Verslagen De Mortel.
De verslagen van 2020.
De Wondere Wereld biedt je de verslagen van rondom de Gemert-
toren van Alticom in het Brabantse De Mortel waar de Falco pe-
grinus gehuisvest is....
Deel 2.
------------------------------------------------------------------------------------
( klik op foto voor vergroting )
---------------------------------------------------------------------
Onbezorgd.........
Dinsdag 7 juli 2020 ~ vrouwtje vliegt naar de Toren met prooi.
Onder sterk wisselende Hollandse luchten reden Sjef en ik in de
vroege morgen deze dag naar de slechtvalken in De Mortel.
Beleef de Lente heeft de live beelden gesloten.
Het waren mooie beelden. Zij lieten ons zien hoe mooi en vlekke-
loos dit broedseizoen verlopen is.
Het is een onbezorgde familie die op de Toren woont.
Toen wij ons nestelden op de spottersplaats nabij het nest van de
valken, werden ook wij weer geconfronteerd met het feit hoe zorge-
loos de valken door het leven gaan.
Het mannetje zat in de grote antenne bovenop de Toren.
Zat het eerst tegen een grijze wolkenmassa aan, weldra was deze
helderblauw. De zon scheen vrolijk op zijn bevederde jas.
Even maakte het mannetje ook een rondje met de Toren onder zich.
Een juveniel zat op de derde ring van onderen af voor het hekwerk.
Ik dacht bij deze aanblik aan de tekening in pastel door mij onlangs
gemaakt.
Het is meisje EXO op de stellage van de schotels op de Toren.
Dat gaf mij een dankbaar gevoel.
Wat zijn juveniele slechtvalken toch ook heel erg mooi!
We gingen aan de wandel.
Het uitzicht van het uitbundige geel van de bloeiende jacobskruis-
kruid nodigde je daartoe uit. Ons fototoestel wist dat zonnige geel
ook te vinden.
Een geelgors kruiste ons pad. Wij hielden onze pas in om dit par-
mantige beestje zijn gang te laten gaan.
Op het veld achter de Toren werden we weer door het uitbundige
geel begroet. Daar tussen stond de kudde Aberdeen Angus te gra-
zen.
Geschetter boven ons.
Twee juvenielen waren heerlijk in de lucht met elkaar aan het
spelen. Telkens speelden ze tikkertje met hun poten en buitelden
ze om elkaar heen. Ik keek dan wel, dan niet tegen de zon in.
Ik had mijn compact camera in de aanslag.
Maar omdat zij zo behendig en snel waren, ik gehinderd werd door
het felle zonlicht, heb ik daar helaas geen foto's van kunnen maken.
Op een gegeven moment verdwenen ze richting de zon die fel op ze
scheen. De spelende juvenielen verdwenen achter de kruinen van de
de bomen.
We bleven ze nog een hele tijd horen.
Op de spottersplaats terug gekeerd was de juveniel die op de derde
torenring zat verdwenen.
Het mannetje was ook weg, maar keerde toch weer terug.
Plots zagen we een valk moeizaam komen aanvliegen. Het maakte
rondjes om uiteindelijk op de Toren op de onderste torenring te
landen.
Het was het vrouwtje mét prooi.
We hoorden geen juveniel die luidkeels om de prooi riep.
Een hele tijd hebben we gerelaxt op het bengske op de spotters-
plaats gezeten.
Het viel ons op hoe weelderig alles er bij lag. En ook, hoe de
natuur de aanplant hard heeft laten groeien, dankzij de regen
wat de aarde rijkelijk ontvangen heeft.
De Snelle Loop is ook weer dicht begroeid.
Overal schieten jonge scheuten uit van de eikenbomen.
Kortom de zomer laat zich ook daar weldadig zien.
Rond het middaguur reden we weer naar huis. We lieten een onbe-
zorgde slechtvalkenfamilie achter....
Mannetje op de grote antenne.
Mannetje.
Juveniel.
Mannetje.
Mannetje.
Geelgors.
Kudde Aberdeen Angus tussen het bloeiende kruid.
Vrouwtje met prooi.
Vrouwtje met prooi.
Weelderig veld langs de spottersplaats door het bloeiende jacobskruiskruid.
Vlinders weten het kruid te vinden.
Dichterbij. Zandoogje.
Mooi!
Pauzeren tijdens de wandeling.
Pauzeren.
Speels zonlicht.
Dichte begroeiing in de Snelle Loop.
Het bloeiende kruid.
Dichterbij.
Weelderig geel.
Sfeervol.
De Snelle Loop.......
----------------------------------------------------------------
Zwarte gedaante!
Dinsdag 21 juli 2020 ~ mannetje op het hekwerk boven op het dak van de
Toren.
Onze auto rook alweer De Mortel waar de slechtvalken wonen.
We werden deze ochtend de vierwieler ingeduwd en de auto begon
te rijden.
De zon scheen heerlijk tussen grote vriendelijke wolken door. De
temperatuur was aangenaam. Daarom waren we onze auto ook dank-
baar dat hij ons naar de valken in De Mortel bracht.
Eenmaal daar, gezeten op een der bengskes van de spottersplaats,
zagen we het vrouwtje op haar vaste stekje zitten. Namelijk de
bekisting op de Toren.
Niet lang daarna nam het mannetje plaats op het hekwerk op het dak
van de Toren.
Ik zocht met mijn geoefend oog, ik heb er zelfs twee, de Toren af.
Ik zocht de juvenielen. Maar ik vond ze niet. Zij lieten zich ook niet
horen. En ja, het zijn vier sterke mooie juvenielen, klaar om te gaan
vertrekken. Hun tochten zullen langer worden en verder weg. En dat
heeft maar één doel: de weg van de volwassenheid opzoeken en vin-
den, om uiteindelijk neer te strijken op een eigen stek.
We gingen aan de wandel. De lucht boven ons liet je telkens naar boven
kijken, vanwege de mooie wisselende wolkenpartijen.
Ondertussen zagen we ook weer hoe rijkelijk en weldadig de Snelle Loop
dicht gegroeid was. Het deed inderdaad weldadig aan. Maar het water
kon niet meer lopen, laat staan snel. Gelukkig dat het mooie gebied
nauwlettend in de gaten wordt gehouden.
Er vlogen ganzen over diezelfde loop. Een duif passeerde.
We liepen er heerlijk ontspannen. Overal dook het vrolijke geel van
het jacobskruiskruid weer op. Dan stonden er in bloei, dan stonden er
nagenoeg uitgebloeid.
We kwamen achter bij de Toren terecht.
Plotseling, het gebeurde heel snel, stonden we oog in oog met een
zwarte gedaante! Onze blikken kruisten elkaar.
Wat nu? We konden geen stap meer verzetten.
Sh*t, nóg een!
We werden door twee paar ogen aangekeken.
"Mogen we er door?" vroeg ik met een benepen stem.
We schrokken ons kapot toen een van de twee antwoordde: "Jul-
lie doen maar!"
IJlings schoot ik alleen langs hen.
Sjef bleef verbouwereerd staan.
Ik schoot angstig tussen het kruid om er foto's van te nemen.
Verr*k, hoe heetten die krengen ook al weer. Ik begon alle
namen van de twaalf apostelen af te raffelen. Tussendoor zat Jacob.
Die leek er het meest op. Alleen snapte ik niet wat ie met dat
kruis moest doen.
Terwijl ik de foto's nam werd ik rustiger. Sjef kwam mijn richting
in gelopen. Hij bleef weer staan.
Ik begon naar Sjef toe te lopen.
Continu werden we door de twee zwarte gedaantes in de gaten ge-
houden.
Ik trok mijn stoute schoenen aan. Sh*t, die had ik al aan. Echt
braaf zijn ze nooit geweest. Ik liep naar de twee zwarte gedaantes
toe.
Hun velletjes blonken gezond in het zonlicht.
"Ik ben Els, en langs mij is Sjef. We komen hier telkens voor de
slechtvalken." zei ik.
"Ik ben Angus en zij is Aberdeen," zei het mannetje.
Ik legde het verband nog niet, maar de twee namen kwamen me wel
bekend voor.
"Aangenaam," zeiden Sjef en ik bijna gelijktijdig.
Ik begon tegen ze te kletsen. Terwijl ik dat deed besprong het man-
netje het vrouwtje.
Maar die zei: "Ik heb geen zin." Het mannetje gaf daar gehoor aan.
En ik riep naar hem: "Je bent er wel erg snel bij. Je bent nog een
kalf. Hoe ben jij opgevoed?"
"Niet!" antwoordde het jongetje heel stoer.
Ze bleven toch graag in elkaars gezelschap. Ze zochten het hogere
gras op en vonden dat ook.
Beiden liepen daarmee van ons weg.
"Hadden we dat maar eerder opgemerkt," zei ik, "van hen hebben
we weinig te duchten. Hopelijk worden zij geen kalfslapjes.
Om over runderlapjes nog maar te zwijgen."
Sjef gaf geen antwoord. Hij was hier verstandig mee, want ik had
al genoeg onzin tegen die twee zwarte schoonheidjes uitgekraamd.
Ja, mooi zijn ze!
We liepen verder.
We hoorden de valken. Dat klonk ons als muziek in de oren.
Toen we op de spottersplaats weer terug keerden waren beide valken
echter vertrokken.
We bleven en bleven, in de hoop minimaal één juveniel te zullen treffen.
Maar dat gebeurde niet.
De morgen liep ten einde. We besloten weer huiswaarts te keren.
In mijn herinnering lagen van deze morgen werkelijkheid en fictie dicht
bij elkaar.
Een sprookjewereld creëren past wel bij deze wonderlijke site....
Het vrouwtje.
Het vrouwtje.
Samen op de spotterplaats.
Het mannetje.
Het mannetje.
Langs de spottersplaats het weelderige kruid.
Langs de Hemelsbleekweg.
Tegenover de Toren.
Daar komt HET aan!
HET ziet ons. Sh*t!
Slik: TWEE!
Angus wil Aberdeen! ( wegens de censuur niet verder gefotografeerd....)
Ik dook tussen het...eh.... twaalf apostelen kruid.
Heel mooi!
Het heeft connecties met Jacob.
Beiden vervolgden hun weg. Dag, Aberdeen. Dag Angus!
Tenslotte kreeg deze distel ook mijn aandacht......
-------------------------------------------------------------------
De horizon lonkt.
Woensdag 5 augustus 2020 ~ er valt telkens wel iets te zien daar beneden.
Een uitermate mooie zomerse dag lonkte Sjef en mij naar de slecht-
valken in De Mortel.
Vroeg in de morgen streken we weer op een van de bengskes op de
spottersplaats neer.
Een verkoelend windje vond ons en waaierende telkens over ons heen.
Dat was heel aangenaam.
Er zat een valk op de bekisting, voor de ontluchting, boven op de Toren.
We vermoedden direct al dat dit het vrouwtje was.
We hoopten een juveniel te zien, of twee, of drie. Het mochten er van
ons ook vier zijn. Maar dat gebeurde helaas niet.
Maar ja, wat is helaas als voor het nieuwe jonge grut de horizon lonkt.
Ik kan ze geen ongelijk geven dat zij zich aan het klaar maken zijn voor
hun levensreis. Het zou me dan ook niets verbazen als ze niet alle vier
meer thuis zijn. Zij waren al heel snel hele vaardige vliegers.
Dan lukt zelf een prooi vangen ook sneller.
Ik gun hen alle goeds in hun valkenleven!
Er stonden een aantal auto's nabij de ingang van de spottersplaats ge-
parkeerd. Soms van wandelaars? Wij zaten in ieder geval alleen te spot-
ten.
Er viel niet veel te spotten. O ja, kijken naar een valk op de Toren is
altijd mooi om te zien. Zelfs twee, drie, vier, vijf, zes stuks. Dat
mag van mij ook. Maar het was er een. Ze zat telkens naar beneden te
kijken.
Ze dacht vast: daar heb je die twee ook weer gezeten op boomstam-
men dat door de tweebeners tot een gerieflijk zitdingetje was ge-
zaagd en in elkaar was gepoot... eh....gezet.
Toen zag vrouwtje dat we op stonden en aan de wandel gingen.
Vrouwtje bleef zitten. Na gedane opvoedingen van haar kids is het
welverdiend uitrusten.
We zagen grote delen van de Snelle Loop niet meer. Het is best wel
overwoekerd door de rijkelijke begroeiing.
Een groepje kwebbelende wandelaars kwamen richting het bruggetje
aangelopen.
"Anderhalve meter! " riep er eentje lachend.
"Natuurlijk,"riep ik, "daar houden we ons aan." We passeerden elkaar.
We wisten nu meteen van wie die auto's waren.
Achter de Toren hoorden we telkens een buizerd van dichtbij. Mijn
ogen zochten in de boomtoppen waar het geluid vandaan kwam. Maar
ik kreeg de buizerd niet ontdekt.
Plotseling een hoop kabaal van een roepende slechtvalk. Het leek de
roep van een juveniel.
"Natuurlijk," zei ik tegen Sjef, "als wij aan de wandel zijn komt er
eentje tevoorschijn."
Valkje ging flink tekeer. Tussen de hoge naaldbomen door zagen we
telkens de Toren opdoemen. We zagen niets terwijl daarboven de
keelklanken van de valk vandaan kwamen. Daardoor kwam het van zeer
nabij omdat we achter de Toren er niet heel ver van vandaan stonden.
"Ik laat me toch niet aan jullie zien!" klonk het plots daarboven met een
jubelende valkenklank.
Hoorden we dat nu goed?
En omdat we het hoorden riep ik venijnig terug: "Ge zijt bedankt!!!
Of....hadden we een zonnesteek opgelopen?
Ik zei niets meer, dat leek me verstandig, en we liepen verder.
Treiterig bleef de juveniel door krijsen. Een krijs die dwingend was.
Verder hoorden we geen andere vogelgeluiden meer.
Alle vogels hebben hun jongen groot gebracht en zij hoeven zich niet
meer zo druk te maken, zoals bij de familie Slechtvalk het geval was.
We kwamen weer terug op de spottersplaats.
De geparkeerde auto's stonden er niet meer, op die van ons na.
De valk op de Toren was weg. Soms meegegaan met de juveniel?
Want natuurlijk was het nu daarboven compleet stil. Je kon er een
veer horen vallen.
Leven in de brouwerij!
Er kwamen drie buizerds aangevlogen. Zij vlogen speels om elkaar
heen. Ze vlogen rakelings langs de top van de Toren. Ze hadden toch
niets te duchten, want er was niemand thuis.
De drie buizerds vlogen van de Toren weg in grote cirkels om elkaar
heen en gingen hoger en hoger. Ik kon ze niet goed bijhouden ook al
had ik het fototoestel in de aanslag.
Jammer!
Van onderen waren zij zo mooi blond. En nee, domme blondjes waren
zij niet, zoals zij acrobatisch door het luchtruim konden vliegen.
We hebben beslist nog op de valken gewacht. Maar zij hadden niet
de behoefte om huiswaarts te keren.
De horizon lonkt voor de juvenielen. Dat heeft het ook voor hun ouders
gedaan....
"Ik geniet op mijn vaste plekje."
Nabij de Toren.
Sjef langs de Snelle Loop.
Weer een genietmoment.
De bomen spelen met het zonlicht.
De Snelle Loop zit verstopt.
De Toren terwijl een juveniel zich zo druk maakte.
Zon en schaduw op deze zomerse dag......
--------------------------------------------------------------------
De stilte verstoord.
Woensdag 19 augustus 2020 ~ het mannetje hoort zijn vrouwtje boven hem.
Onder een stralende zon reden we weer naar De Mortel.
De augustusmaand laat aan ons zien een uitbundige zomermaand te zijn.
Toen we deze morgen op de spottersplaats op een van de bengskes
plaats namen, hoorden we achter boven ons een gakkend geluid. We
zagen in eerste instantie niets. Totdat een grote groep ganzen in v-
vorm in de verte boven de bomen passeerde. Ze babbelden er lustig
op los terwijl ze doelbewust hun weg volgden. Op een gegeven moment
verdwenen ze uit ons gezichtsveld.
Op de Toren zat op de bekisting op haar vertrouwde hoekje in de scha-
duw de vrouwtjesvalk.
Onder haar zat in een raamkozijn de mannetjesvalk in de warme zon.
Hij keek vaak omhoog, omdat ze kennelijk het vrouwtje telkens hoorde.
Eventjes riepen ze naar elkaar.
Het mannetje vond het te warm worden in de zon. Hij dook daarom
links van het raamkozijn in het hoekje waar de schaduw vrij spel had.
Heel slim van het mannetje. Daar bleef hij dan ook zitten.
Er stonden weer een aantal auto's geparkeerd bij de ingang van de
spottersplaats. Er stond ook weer een fiets gestald tegen een paaltje
aan op de spottersplaats. We gingen er weer vanuit dat het hier weer
om wandelaars ging. Dat bleek later ook het geval te zijn, omdat de
auto's en de fiets er niet meer stonden.
We gingen aan de wandel.
We voelden ons enorm gestoord in de stilte die hinderlijk doorbroken
werd. In onze stad Eindhoven werden we er ook al door gehinderd.
Waarschijnlijk de pokken-herrie van de JSF's (?) die een doordringend geluid maken, of F16's.
Voortdurend vlogen zij over. We zagen ze niet. Ze zitten vaak heel hoog.
Alleen de juiste inval van het zonlicht weet ze te "vangen".
We zochten de stilte op, maar dat had in dit geval geen zin.
Het uitbundige groen, het geruis van de zomerwind door het gebladerte
lieten je weten van de stilte te houden. Daar hield ik me aan vast.
Dat zijn de geluiden die in een natuurgebied thuis horen.
De Snelle Loop kabbelde niet meer. De delen die begroeid waren zorg-
den er nog steeds voor dat je het water niet meer kon zien.
We kwamen wandelaars tegen, omdat het immers een mooi wandelgebied
is.
Als vanzelf groet je elkaar omdat je van elkaar aanvoelde dat je er voor
dezelfde reden liep, omdat je van de natuur houdt.
We kwamen weer op de spottersplaats terug.
De vrouwtjesvalk en de mannetjesvalk zaten er nog steeds.
Ik heb ze op twee plaatsen kunnen fotograferen.
We hebben geen juvenielen gezien.
Als ze nu gevieren vertrokken zijn, vliegen ze hopelijk geen enkel vlieg-
tuig achterna, maar vervolgen ze hun eigen weg, die afgelegd kan wor-
den zonder hinderlijk geluid te maken. Dat is veel mooier.
De middag naderde zijn einde.
Sjef en ik keerden huiswaarts, om direct het geluid van een vliegtuig
waar te nemen. Maar toen werd het stil....
Het vrouwtje in de schaduw.
Het vrouwtje.
Het mannetje in de zon.
Het mannetje.
Zon en schaduw.
Speels zonlicht.
Uitbundig.
Sjef langs de Snelle Loop.
Het water kabbelt niet meer, dus ook niet meer over het dammetje.
Gedeeltelijk in de schaduw.
Speels zonlicht.
Vrouwtje kijkt omhoog. Gezien vanaf het onverharde deel van de Hemelsbleekweg.
Het mannetje nu in de schaduw.
Het mannetje.....
------------------------------------------------------------------
"Help, ik wil naar mijn veld!"
Opvallende runderlapjes....
Dinsdag 15 september 2020 ~ " ik ben weer thuis."
Deze dag vertelde ons dat het een prachtige nazomerdag was.
Daar profiteerden Sjef en ik heel graag van. Vroeg in de morgen reden
we vrolijk naar de slechtvalken in De Mortel. We hadden er weer beslist
zin in.
Maar ja, dan moeten de valken natuurlijk wel thuis zijn. En dat waren ze
niet. We zaten tevergeefs op de spottersplaats.
We wachtten, en wachtten, en wachtten, en........
"Kom op Sjef, we gaan weer een eindje wandelen," zei ik tegen mannetje
Sjef. Ik had mijn geduld verloren. Maar gelukkig verloor ik niet mijn vro-
lijkheid. Dat kwam door het warme vrolijke zonnetje.
We zagen dat de Snelle Loop weer overal zichtbaar was. Onlangs is er
dan ook flink in gewerkt. IJverige handen hebben goed werk verricht,
rond struinend en de voeten gehuld in lieslaarzen.
Bij het dammetje doken Aberdeen en Angus weer op.
We zagen nóg meer Angussen en Aberdeentjes!
Plots heel wat meer zwarte runderlapjes.
Nieuwsgierig keek meisje Aberdeen mij aan, rond wandelend in het
lage water van de Snelle Loop, en diens dorst lessend.
"Ik zie jou wel, tweebener Els. Ik ben inmiddels gewend jou te zien."
Ik nam die diepe boe-stem voor lief, want ik kon het toch niet echt gehoord hebben.
Een veel groter runderlapje liep in het gras te happen. Zij trok zich van
mij ook niets aan. Ik liep tegen ze te praten, alsof ze mij konden verstaan.
Wat ik zei was van een kaliber "in-de-ruimte-l*llen".
We liepen verder. Ondertussen legde ik automatisch mijn oor te luister.
Ook mijn andere oor. Ik hoopte de keelklanken van de slechtvalken te
horen. Maar nee.
Ik keek ook telkens omhoog als de Toren tussen de bomen door opdook.
Ook niets.
We kwamen weer terug op de spottersplaats waar een amateur-wielrenner
was neer gestreken. Hij had er 50 km. op zitten. Hij ging ook deelnemen
aan de ronde van Eindhoven. Dat vergde 150 km. in de rondte.
Tijdens dat gesprek met hem was het valkenvrouwtje thuis gekomen. Ze
had haar vaste stek op de Toren weer ingenomen. Zij liet zich als een foto-
modelletje weer gewillig fotograferen. Daar werd ik extra vrolijk van.
De wielrenner vertrok weer om nog eens 50 km. af te gaan leggen. We wen-
sten hem succes.
De morgen vorderde en vorderde.
Er gebeurde verder helemaal niets. Onze vrolijkheid waande zich in saai-
heid, ook al is dit mooie plekske nooit saai.
Het werd warmer en warmer in de vrolijke zon.
We besloten om naar huis te gaan.
Maarrrrr....hoezo saai?!
Lees onder de foto's verder....
Het valkenvrouwtje liet zich na de wandeling mooi fotograferen. Dank je wel!
De Toren na de wandeling, terwijl het vrouwtje direct onder de onderste ring
op de bekisting rechts zit.
Mooi doorkijkje tijdens de wandeling.
Sjef met onze compact camera in de hand.
De Snelle Loop ligt er weer keurig bij.
Vrolijk geniet-moment.
Angusje heeft dorst.
Runderlap Aberdeen.
En toen heerlijk grazen.
En Angusje bleef genieten in het water.
Berkenbomen.
Sfeervol.
Maar toennn.....
________________
Sjef was naar onze auto gelopen en had er in plaats genomen. Ik
stond nog met onze spiegelreflex camera in de hand nabij de ingang
van de spotterplaats. Ik keek nog telkens naar de Toren in de hoop toch
nog de mannetjesvalk aan te treffen. Maar het bleek tevergeefse moeite te
zijn.
Ik liep naar onze auto die tegenover de ingang van de spottersplaats stond.
Opeens stond ik oog in oog met een black beauty: een Aberdeen!
Ze stond op de Hemelsbleekweg!
Geen klein meisje meer maar een flinke meid.
Haar blik bleef op mij gericht alsof ze zei: "Help, ik wil naar mijn veld!"
Ik vroeg aan haar: "Maar hoe ben je hier terecht gekomen?!"
Ik wachtte het antwoord niet af.
Aberdeen zette er de pas in terwijl ik snel twee foto's van haar nam.
Maar omdat ik ook wist wat stoven is, stoof ik onze auto in. Met een knal
gooide ik het portier dicht.
( je weet nooit wat zo'n beest in een degelijke situatie kan doen)
(maar toch, ze leek ons ook op te zoeken voor hulp. We hebben haar dat
geboden door de hulp van de politie in te schakelen)
"Waar is ze nu?" vroeg ik, gezeten naast Sjef met het fototoestel nog steeds in mijn hand.
"Kijk eens achter je," raadde Sjef mij aan. Daar gaf ik gehoor aan.
Daar stond ze dan, pal achter onze auto niet wetend wat te doen. Sjef
haalde zijn mobiel te voorschijn en nam contact op met de politie in
Gemert en legde de situatie uit.
Ondertussen sjokte Aberdeen de spottersplaats op. Ze speurde langs
de afrastering en moest constateren dat daar geen doorkomen aan was.
Ze verliet de spottersplaats en begon verder over het asfalt van de Hemels-
bleekweg richting de Toren te rennen. Ze wist kennelijk precies waar haar
veld lag, maar niet hoe er weer op te komen.
Gelukkig sloeg ze linksaf de bossen in. De afrastering bij de Snelle Loop
bij het dammetje is op sommige plaatsen vrij laag. Dus wie weet.
Sjef vertelde ondertussen nauwkeurig de situatie tegenover de politie.
Toen reden we aan.
Eenmaal in De Mortel zelf kwamen we de patrouillewagen bemand met
twee politieagenten al tegen. Ze wisten dankzij Sjef exact waar te moeten zijn.
We reden verder naar huis. We waren onze vrolijkheid niet verloren bij
deze onverwachte opvallende ontmoeting.
Aberdeen zal inmiddels weer bij haar kudde zijn.....
Daar komt ze aan gestoven.
Dichterbij. Maar.......
-----------------------------------------------------------------
Herfstwandeling ~ 1.
Maandag 19 oktober 2020 ~ de Toren in herfstsfeer.
In de tweede helft van deze morgen zetten we onze auto richting De
Mortel. Onderweg, toen we de stad verlaten hadden, werden we in de
landerijen opgenomen. Langs een smalle weg zat op een lantaarn een
blauwe reiger. Hij keek de auto's na die onder hem passeerden.
Een eind verderop klapwiekte rustig laag over een stoppelveld een
buizerd.
Dan komen we over de Hemelsbleekweg aangereden en zien we op
de bekisting van de Toren het valkenvrouwtje zitten. Het is haar vaste
uitrustplekje.
Sjef en ik streken op de spottersplaats neer. Om ons heen was het nog
beslist groen, ook al had de herfst er ook toegeslagen.
Een "verdwaald" gifgroen klapstoeltje stond aan de zijkant van de pick-
nicktafel in het vochtige gras. Schijnbaar stond het daar graag dus lieten
we het met rust.
Vrouwtjesvalk keek telkens onze richting in. Alsof ze wist dat wij er weer
waren.
Omdat het verder rustig bleef gingen we aan de wandel. Onze eerste
herfstwandeling van dit jaar.
De paden waren bedekt met herfstbladeren. Het krioelde van de afgevallen
eikels. We zagen dat de Snelle Loop verbreed was. Het betreft hier een
groot en ingenieus project waar ik beslist bewondering voor heb. En dit
alles vanwege het waterwingebied. En ook archeologisch heeft de Loop
ook het een en ander te vertellen.
Her en der doken er paddenstoelen op. De vliegenzwam kwamen we het
meeste tegen.
Tegenover de Toren waren beslist bomen gerooid. Het daglicht bereik-
te de grond weer.
Waar ik ook keek de runderen waren nergens te bekennen. De vogels
in de bomen bleven stil. Voor hen breekt een rustige tijd aan.
Dat geldt ook voor de slechtvalken. Hun kroost is uitgevlogen een eigen
leven tegemoet.
We kwamen weer terug op de spottersplaats. Vrouwtjesvalk leek ons op
te wachten. Ze zat nog steeds op de bekisting. Ze was wat van plaats
veranderd.
Graag soupeer ik de sfeer van de herfst op. Qua sfeer, qua kleur.
Het geeft je een gevoel van geborgenheid en het geeft je ook rust.
Graag ontvang ik in het nieuwe jaar weer het nieuwe leven van de lente....
Wandel met ons mee.....
KLIK:
----------------------------------------------------------------
Herfstwandeling ~2.
Dinsdag 3 november 2020 ~ sfeervolle herfst in het leefgebied van de slechtvalken.
HERFST.
Bomen in het vlakke land laten hun bladeren los.
Zij laten eerst hun mooie tinten zien voordat zij de aarde raken.
Bomen in de parken, in de steden en in het bos.
De voeten geworteld in de zwarte grond waar zij houvast maken.
De wind die aan de takken schudt en de bomen van hun kleed ontdoet.
De bomen staan stil en naakt in de koude winterdagen.
Totdat de Lente in haar voorzichtige warmte hen weer ontmoet,
En de bomen hun de bladeren in ontluikend groen weer schenkt,
zonder te hoeven vragen.....
Els - september 2008.
Heden morgen waren Sjef en ik weer in De Mortel.
De bomen worden kaler, de bladeren vallen talrijk naar beneden.
De grond draagt een bladerentapijt.
Ontelbare eikels weten hun weg tussen al die afgevallen bladeren ook
te vinden.
We streken op de spottersplaats neer waar we boven op de Toren geen
slechtvalk aantroffen. We bleven op het koppel wachten. Het mocht er
ook een zijn. Als we minimaal een van de twee maar zagen.
Maar nee. Het bleef stil op en rondom de Toren.
Een groot grijs passagiersvliegtuig vloog langszij boven het logge ge-
vaarte. Omdat de lucht helder was kon je het toestel nog lang nakijken.
Maar wij hadden echter het nakijken, wat de slechtvalken betrof.
We verlieten de spottersplaats om er onze tweede mooie herfstwande-
ling te maken. Dat maakte weer veel goed. Nog steeds is de herfst ook
daar aanwezig. Ik genoot alleen maar. Ik houd van de bonte warme
herfstkleuren. De bomen vertellen je dat zij de belofte in zich dragen
om in het volgend voorjaar weer nieuw leven terug te geven.
In de Snelle Loop achter de Toren werd druk gewerkt. Een deel was af-
gezet met schotten.
De loop wordt grondig aangepakt om de kwaliteit van de loop op alle
gebieden te bevorderen. Het wordt heel vakkundig aangepakt. Ik be-
wonder de werkers die hier mee bezig zijn. Het is zwaar en precisie-
werk!
We kwamen weer terug op de spottersplaats.
Geen valk te zien. We bleven geduldig zitten op een van de twee bengskes.
Ik legde mijn oor ook te luister, of ik er niet eentje hoorde, liefst twee.
Ik hoorde alleen de buizerds, de kauwen en de kraaien.
Tegen het middaguur hielden we het voor gezien, omdat we ZE toch niet
zagen. Gelukkig is dat meestal wel zo.
We stapten in onze auto en we reden aan.
Het speelse zonlicht op deze mooie herfstochtend legde een gouden
gloed over het herfstlandschap.....
P.S.:
Mannetje valk: zouden ze het in de gaten gehad hebben?
Vrouwtje valk: ik denk het niet. We zitten dicht bij elkaar in de nestkast.
Mannetje valk: en we fluisteren. Kom, we gaan verder met kroelen.
Niemand ziet ons. De camera's zijn niet gerefresht en niet gestreamd.
Vrouwtje valk: ik wil niet verder gaan dan kroelen.
Mannetje valk: waarom niet?
Vrouwtje valk: het is nog geen voorjaar.
Mannetje valk: dat klopt. Maar kroelen kan altijd.
Vrouwtje valk: dat kan altijd. Overdag en ook 's nachts.....Gezellig hé,
zo samen.....
2-4-2020 ~ bijzondere herinnering van broedseizoen 2020.
Copyright © VWG Gemert 2020.
Wandel weer met ons mee....
KLIK:
---------------------------------------------------------------------
In het jaar 1539....
Woensdag 23 december 2020 ~ de Toren in grijs decemberweer.
Na weken wachten lopen we weer rondom de Toren in De Mortel. We hebben ons afzijdig ervan gehouden omdat we beiden zwaar verkouden zijn geweest. We ontzagen ons zelf en onze naasten, vanwege de pandemie die de mensheid nog altijd in zijn greep houdt.
Het kon weer en ik liep er rond. Nee, sneeuw valt er niet. De regen houdt de natuur bezig. De donkere dagen voor Kerstmis vertellen je dat als je buiten bent je beseft dat het feestelijke licht je weer uitnodigt om huiswaarts te keren.
Vandaag even niet.
Ik kijk naar de Toren waar de slechtvalken wonen. Zij zijn voor mij onver-brekelijk verbonden met mijn decembergevoel. Elk jaar in december neem ik bewust afscheid van de valken en hun broedseizoen. Het geeft een extra goed gevoel als zij een mooi seizoen achter de rug hebben.
Ik verlaat alleen de spottersplaats en ga aan de wandel.
Dan gebeurt er iets wonderlijks met me. Het lijkt of ik in een andere tijd sta. Ik betast mij zelf en ontdek tot mijn stomme verbazing dat ik op klompen sta, en een warme lange rok draag met een schort ervoor. Daarop zitten twee grote zakken. Boven de rok zit een zwart lijfje. Tegen de kou heb ik een omslagdoek om mij heen geslagen. Op mijn hoofd draag ik een poffer.
Omdat ik er niets van begrijp begin ik te hollen. Alles is plotseling anders. Dan hoor ik luide stemmen. Ik hoor het geloei van koeien, gesnater van boeren ganzen, geblaat van schapen, en het gehinnik van paarden.
Dan komt plotseling mij de Snelle Loop toch bekend voor. Ineens sta ik te midden van een groep mensen die elkaar van alles toeschreeuwen. De ene groep staat aan mijn zijde van de Snelle Loop. De andere groep staat aan de overkant.
Het gaat over geld. De stuivers vliegen om mijn oren. Dan besef ik dat ik een tijdreis gemaakt heb , en dat ik mij bevind in het jaar 1539.
Ik ben getuige van een strijd die bekend staat als De Strijd van de Snelle Loop. Opeens weet ik dat er pas vrede gesloten wordt in 1995. Alles draaide om het feit dat het gras aan de overkant altijd groener was. De koeien van Gemert staken altijd de begrenzing over om daar te grazen. Het ging om de begrenzing tussen Gemert enerzijds en Bakel, Aarle, Beek en Rixtel anderzijds. Niet alleen de koeien wisten de andere zijde te bereiken, ook de paarden de schapen en de ganzen.
Aarle, Beek en Rixtel besluiten deze dag om de "schutsom" te verhogen naar 7en een halve stuiver. Dat was 15 keer meer dan voorafgaand.
De strijd was begonnen!
Ik verlies mijn kerstgevoel. Stilletjes trek ik mij terug. Het is weliswaar wonderlijk te weten dat ik een tijdreis heb gemaakt. Het is voor mij een troost dat ik weet dat in 1995 vrede werd gesloten.
Ik draag nog steeds de boeren kleding. Plotseling hoor ik boven me voor mij bekende klanken. Boven mij vliegt een koppel slechtvalken. Ik kreeg mijn kerstgevoel weer terug. Ik blijf stilstaan. Ik blijf omhoog kijken. De valken vliegen in cirkels. Ik hoor bij mijn voeten een aards geluid. Ik kijk. Vanuit de grond rijst een grijze kolos op die zich wonderlijk snel manifesteert als de zendtoren van De Mortel. Hoe is dit mogelijk? Het Kerstfeest laat mij in een sprookje geloven. Het Kerstfeest laat mij beseffen dat uit de strijd bij de Snelle Loop een vredige tijd zal ontstaan die blijvend is.
Ik loop verder. Rechts van mij kabbelt de Snelle Loop in een gebied dat zijn geschiedenis had geschreven en nu nog. Dat is bijzonder.
Ik schrijf sinds 2006 mijn eigen geschiedenis. Dat vind ik ook bijzonder. Plotseling bekruipt mij weer dat wonderlijke gevoel. Ik kijk naar mij zelf, en zie dat ik mijn hedendaagse kleding weer aan heb. De Hemelsbleekweg doemt op. In de verte op de spotterplaats zie ik Sjef. Ik loop naar hem toe. Hij zit op een van de bankjes. Ik ga naast hem zitten en vertel hem wat ik had beleefd.
"Is dit echt gebeurd?" vraagt hij vol ongeloof.
"In mijn beleving wel," antwoord ik hem.
Het wordt stil tussen ons. Het heden vertelt ons dat de mensheid stil is. Er zijn niet veel mensen buiten. De mensen blijven zoveel mogelijk binnen. En dit, uit respect voor elkaar.
Ik besef....
....dat ik geen valken deze morgen heb gezien.
Wie weet waren ze weggedoken ergens boven op de Toren.
De natuur was grijs, en de regen wist het ook te vangen.
En toch, terwijl Sjef en ik er waren werd het droog en bleef dat.
We hebben samen gewandeld.
We zien dat de Snelle Loop een volgende geschiedenis is gaan schrijven.
Het loopbruggetje is uitnodigend ook voor een sluis geweest.
Het bevindt zich daaronder.
Duiven vliegen af en aan, ook een reiger. In de verte horen we telkens
een buizerd.
Achter de Toren onder de naaldbomen horen we plotseling nadrukkelijk geritsel. Ik zie iets wegschieten.
Soms een vos, een everzwijn, of.....een wolf?
Sjef loopt voorzichtig naar de plek. Telkens op een hoop vliegen herfst-bladeren de lucht in ( ?! )
En wat blijkt? Een man was een sloot aan het uitbaggeren. Echt anno
1539 met een simpele schop. Die is daar nog wel even zoet mee.
Op de paardenwei begroeten we weer de twee bruine paarden en het
schaapachtige dier, die altijd zich bij de paarden veilig voelt.
Ik klets er tegen. Waarover? Vaak kan ik dat niet meer navertellen, omdat
het eigenlijk nergens over gaat.
Op de spottersplaats terug wachten we nog op de valken.
Maar tevergeefs....
We verlaten het bijzondere plekske. Ik neem weer afscheid van de valken. Ik wens ze zelfs mooie Feestdagen en een mooie jaarwisseling met hope- lijk de belofte dat het nieuwe jaar voor dier en mens heel mooi gaat wor-den....
We komen thuis. In onze woonkamer doemt Bethlehem bij nacht op
en de stal. Ik besef dat op deze site het wonderlijke van een sprookje
toch bestaat....
Samen op de spotterplaats.
Nabij de Toren.
Een Toren rees op. En ik maakte een tijdreis terug naar het heden.
Een van de huidige veranderingen van de Snelle Loop.
Waar voorheen het rotsachtige dammetje lag.
De sluis onder het bruggetje.
De sluis onder het bruggetje aan de andere kant.
De Snelle Loop voorbij het bruggetje.
Een volgende aanpassing in de Snelle Loop.
Sfeervol achter de Toren.
Bij jullie wordt ik een kletsmeier.
KLIK:
Ik wens ook jullie hele fijne Kerstdagen, en een
mooi en gezond 2021, na het zware jaar 2020.
Blijf voorzichtig....
15-12-2020 ~ kersthoek privé.
----------------------------------------------------------------------
--------------------------------------------------------
Dit is het einde van VERSLAGEN DE MORTEL
2020.
In VERSLAGEN DE MORTEL 2021 gaan we
weer even vrolijk verder....
--------------------------------------------------------